Klik voor menu op: Kees' FH-site
Op deze webweide van Kees' FH-site vindt u nieuws over het Fries Hollands rundvee ras uit de papieren media in 2004. Voor berichten uit andere jaren surft men naar 2003, 2005 of Actueel. Apart nieuws is er voor de Nederlandse Koekrant. |
Citaten uit artikelen staan geplaatst tussen " ", in tegenstelling tot eigen beschrijving door de webmaster.
Veeteelt 2004 December-1/2: "Een lange adem - kerstspecial" (veel duurzaambeid bij diverse rassen)
|
Koevisie nov.2004: Jaaroverzicht Proefstieren 2003-2004 Voor de FH worden maar 2 proefstieren gemeld, beide ingezet door KI Kampen, net als de enige Blaarkop proefstier. De 9 MRIJ stieren zijn alle door KI Holland Genetics (CR Delta) ingezet. Inzet als proefstier betekent dat zo'n stier beschikbaar is voor alle boeren van zijn KI-organisatie en dan ook op tientallen bedrijven wordt ingezet. Dat laatste wordt voor de 'kleine' rassen moeilijk. Gelukkig zijn er meer jonge stieren beschikbaar dan er officieel proefstier worden. |
Veeteelt 2004 Oktober-I: Resultaten melkcontrole 2003-2004 De FH-koeien halen 100 kg melk per jaar in op de zwartbonte Holsteins. De eersten produceerden 6708 kg per jaar tegen 6573 kg in het vorige verslagjaar. De zwartbonte Holsteins zaten afgelopen jaar op 9268 kg tegen 9222 kg in het jaar ervoor. Het is dus nog een lange weg te gaan, wat extra lastig wordt als de daling in aantal dieren ook doorzet. De FH's waren dit jaar met 1614 koeien tegen 1774 producentes in het jaar ervoor. Het Nederlands gemiddelde van alle melkkoeien is 7807 kg melk, waar ook de andere rassen bij in zitten. Qua Economisch Jaar Resultaat stonden de Fries Hollanders ongeveer gelijk met de zuivere Jerseys, Montbéliardes, Brown Swiss-en, Blaarkoppen en MRIJ's. |
Veeteelt Oktober-I: Koeiebloempjes Bertus Kerkmeijer, voorzitter MRIJ-vereniging, in het Agrarisch Dagblad: "Het is moeilijk om terug te grijpen op de oude traditionele rassen. Het zou uitgelegd kunnen worden als toegeven dat je fout zat en dan kiezen ze liever voor een ander ras". Dirk Endendijk, voorzitter FH-vereniging, in het Agrarisch Dagblad: "Het is voor ons zaak om het FH-ras weer in beeld te krijgen. Maar we hebben daar nog geen goede ideeën voor." |
Veeteelt 2004 September I De serie over de geschiedenis van de KI verenigingen in Nederland behandelt dit nummer Almelo en Twente. In 1942 kon worden gestart met KI na afscheid van de natuurlijk dekkende fokverenigingstieren, welke veel besmettelijke kwalen doorgaven. In Groeneveld werd begonnen met jonge onbesmette stieren, waaronder preferente stieren bleken te schuilen. De dochters Anna's Adema (zoon van Adema Wytsturt, gekocht uit de stal Hans Hettinga te Arum) beheersten de keuringen tot een kampioenstitel op de nationele van 1954 aan toe. In 1957 werd Adema 441 (uit stal Knol te Hartwerd, zoon van Hiltje's Adema A, op zijn oude dag ook gehuisvest op KI Almelo) gepresenteerd. Van deze later preferent verklaarde stier kon men lang profiteren, want hij werd 12 jaar. Intussen kreeg hij volop gezelschap van familie: De Friese kampioen Adema 703, Nette 93 (zoon van Adema 561 uit een dochter van Hiltje's Adema A). Uiteindelijk zegevierden hier ook de Keimpe- zoons. Hans 73 uit stal Schenk in Wieringerwaard was met zijn 14 jaar de nestor onder hen in 1978. Hun sperma werd veelvuldig uitgewisseld met andere KI's in Overijssel en Drente. (Vanwege de tijd vergeet uw webmaster de MRIJ-toppers uit deze streek.) |
Veeteelt 2004 September I: "Stabiel KI-jaar 2004" "Stabiel blijven het Fries-Hollands ras en de blaarkoppen. Hun inzet zit op een gelijkwaardig niveau van 0,2 % van alle eerste inseminaties." (Bij 1.390.709 levert dat ca. 2800 kunstmatige dekkingen). |
Veeteelt 2004 September I De serie over de geschiedenis van de KI verenigingen in Nederland behandelt dit nummer Vita Nova in Hazerswoude, nabij Leiden. De oprichting gebeurde in 1949 door honderd boeren. Bij een lage deelname aan melkcontrole en stamboek moesten de stieren het vooral van de keuringen hebben. Daar was Peanster Eduard (kleinzoon van de Friese kampioen Súdhoekster Piet Eduard uit stal Jan Sipkes de Boer bij Grouw) zeer gerespecteerd. Qua nafok deed Kielewierster Stilma, een Anna's Ademazoon uit stal Ids en Pier de Boer van Tirns het beter. De fusie tot KI West-Nederland in 1966 kende een mooie start met de aankoop van Blitseard Sendy (zoon van Keimpe uit een halfzus van Setske's Keimpe) uit stal Djo Brandsma-De Jong in Lekkum. Na de fusie tot KI ZuidWest Nederland in 1968 werd Kolherner Keimpe 29 (vader Blitseard Keimpe) uit stal Henk Grin te Biddinghuizen de ster. De meest gebruikte stier (tevens van heel Nederland) voor de komst van de Holsteins werd Pan 92 (zoon van Pan 50, beide gefokt door Gerrit Stapel in Lambertschaag, NH). (Hoewel de Blaarkoppen van deze stierenstal minstens zo vermaard waren, houdt uw webmaster het bij de FH's in deze samenvatting.) |
Koevisie, april 2004: "Henk van Garderen herkent het Fries-Hollandse bloed in de Holsteinkoe" Dit moet haast letterlijk genomen worden, want deze fokker kent van al zijn dieren de bloedgroepen, zoals die vroeger gebruikt werden om afstamming van dieren te controleren. De zelfde bloedgroepen komen bij beide rassen voor. Hun verband met productie en andere eigenschappen is volgens Henk van Garderen ook overeenkomstig. De wetenschap ziet deze bloedgroepen echter nog niet als 'merkers' hiervan, zoals zij die wel in het DNA hopen te vinden. Zijn stal diende als testbedrijf voor de Stichting Bloedgroepen Onderzoek in de jaren zeventig, maar hij zelf maakte ook studie van de bloedgroepen bij de bekende fokstallen van toen. Elke fokstal bleek zo een eigen bloedgroep in haar vee te hebben vastgelegd. De bloedgroep '202' van de Holstein stier Tops kwam ook voor bij de runderen uit de Knol-fokkerij en via Adema 279 bij Blitsaerd Keimpe. Het vee van Van Garderen stamde na 3 à 4 generaties Holstein weer af van FH stieren, zoals Frans Constantijn 20, Frans Adema 158 van de Groenhoven en Sneeker Diamand (met d dus). Twee jaar geleden is gestopt met melken. Een laatste pink nog op stal stamt af van zelf gefokte stieren uit dergelijke combinaties en met Frans in de naam. |
Koevisie, april 2004: De Nelsonhoeve van Fa. De Wit, Warmenhuizen De uniforme donkere kleur van dieren en de aanbindstal herinneren aan de hoogtijdagen van de FH-fokkerij. Boven de koeien hangen de bordjes met gegevens over afstamming en productie. Deels stammen de koeien af van het eigen FH-vee, deels van aangekochte HF-koeien en -embryo's. Het artikel beschrijft verschillende successen, zowel met tentoonstellingen als met stiermoeders voor KI. De koe Over 14 van de eigen stier Nelson 3 leverde Over 28 die vaak poseerde met de Pan 145-dochtergroep en via ET 14 nakomelingen gaf in combinatie met de Holstein-stier Enhancer. De laatste bracht de roodbont-factor, zodat nu roodbonte nazaten bij de KI's staan. Andere gebruikte Fries Hollandse stieren waren onder andere Oostwaarder 23 en Pan 230. |
Veeteelt 2004 maart-2 brengt vier FH berichten:
|
Veeteelt 2004 februari-1 (na enkele fh-loze nummers weer 3 maal aandacht):
|
Google januari 2004: Zoekactie naar CR-Delta en NMa De redactie van de Nederlandse Koekrant schrijft niet alleen over het FH-ras, maar ook over het werk van het FHRS, Het Fries Hollands Rundvee Stamboek, het kleine broertje van CR-Delta. CR-Delta doet naast registratie van vee ook KI, met van beide het overgrote deel van de Nederlandse markt in handen. De grote broer wordt door de Nederlandse Koekrant kritisch gevolgd of zij haar macht niet misbruikt. De NMa heeft recent een klacht gegrond verklaard. Via de bovenstaande Google-zoekactie zijn berichten uit verschillende bronnen hierover te vinden. Overigens registreren beide stamboeken FH-vee. |
Einde van deze FH pagina