FH in het nieuws 2004

Klik voor menu op: Kees' FH-site

Op deze webweide van Kees' FH-site vindt u nieuws over het Fries Hollands rundvee ras uit de papieren media in 2004. Voor berichten uit andere jaren surft men naar 2003, 2005 of Actueel. Apart nieuws is er voor de  Nederlandse Koekrant.

Citaten uit artikelen staan geplaatst tussen " ", in tegenstelling tot eigen beschrijving door de webmaster.

Veeteelt 2004 December-1/2: "Een lange adem - kerstspecial" (veel duurzaambeid bij diverse rassen)

  • De eerste Nederlandse koe met 100.000 kg melk is Clazina 48 die dit als 17jarige koe presteerde in 1959 op het bedrijf van de familie Posch in het Noord-Hollandse Binnenwijzend. In 1884 verkocht de familie reeds de koe Doralice naar de Verenigde Staten, waar na bijna 100 jaar de Holstein stier Ugela Bell van af blijkt te stammen. 

  • De meest invloedrijke koe in de Amerikaanse fokkerij is De Kol 2. Zij werd in 1884 geboren in stal De Boer te Schellinkhout bij Hoorn. Als eenjarige maakte ze de oversteek over de oceaan. Daar kreeg ze Neptune als partner die een kleinzoon was van Jacob 2, ook uit Nederland. Voor het blad Veeteeld een fotootje waard van deze witte koe met maar enkele zwarte vlekjes.

  • Barend en Corine van Zadelhof uit Papekop noemen hun koe Oranjeveld Elsje 64 als voorbeeld van duurzaamheid. Deze dochter van Donald 38 (van KI Hollands Noorden) gaf in haar leven 74.000 kg melk, terwijl haar 3 Holstein-dochters al resp. 10.000 kg vet en eiwt, 89.000 kg melk en 87.000 kg melk gaven. 

  • In de serie over de geschiedenis van KI Stations is die in Goes aan de beurt. De watersnoden eind 2e wereldoorlog en in 1953 waren ook voor het rundvee desastreus. Gelukkig kenden daarna diverse stieren veel populariteit onder de boeren, ook al bleken sommige achteraf de melkproductie bij de dochters niet te verbeteren. Stieren die ook achteraf goed fokten waren Rotterda Sikkema 89,  met zelfde naam 114 en Lytse Rudolf. De laatste was in 1968 zelfs de meest gebruikte stier in Nederland met meer dan 10.000 inseminaties. De Zeeuwen hadden met Frans Adema 7 van Groenhoven een ander soort pech. Het sperma was te dun voor KI. Terug in Noord Holland werd hij als natuurlijk dekkende stier zelfs 'preferent' vanwege de goede fokprestaties.  

  • Eastland Cash is met 14 jaar de oudste KI Stier van Nederland. Zal deze stier de levenskracht alleen te danken hebben aan zijn moeder Eastland Golden die ook nog leeft en als 16jarige rondloopt in Angeren, of ook aan zijn 6,25 procent FH bloed via Sunny Boy. Skalsummer Sunny Boy heeft overigens nog 3  kleinzonen op de stierenkaart van CR-Delta staan, buiten Cash om die er zelf al 4 nazaten heeft (bron Stierenkaart zwartbont, december 2004).

  • Blitseard Keimpe was als 14jarige stier in 1970 zelfs de meest gebruikte stier in Nederland. In totaal zijn er 251 zoons ingezet voor KI, toen een record aantal.

  • In dit nummer worden diverse koeien met hoge leeftijden en bijbehorende prestaties genoemd, helaas vaak alleen met de Holstein-vader. Zo blijft het onduidelijk of via de moeder de originele FH-genen nog een rol spelen of niet. In elk geval hebben de diverse dochters van F16 en Sunny Boy ook via vader's kant nog 6,25% FH-genen meegekregen. Zou de moderne zwartbonte koe weer wat nieuwe FH-inbreng kunnen gebruiken? 

   Begin  

Koevisie nov.2004 : "Gerrit en Aafke Bruin, fokkers van de FH-stieren Jacob 8 en Jacob 10" 

"Voor de veehouders die werkten met het Fries-Hollandse ras, was het soms letterlijk schrikken toen ze in de jaren zeventig voor de eerste maal in hun leven oog in oog kwamen met de hoogbenige en ranke nakomelingen van Holsteinstieren. Drie decennia later heeft veruit het grootste deel van deze veehouders het Holsteinras al lang en breed in hun armen gesloten. De overstap bleek zelfs zo radicaal dat een groot deel van de jonge generaties veehouders het FH-ras misschien zelfs alleen maar zal kennen van horen zeggen. In hun oren klinkt de naam 'Fries-Hollands' wellicht exotischer dan die van buitenlandse rassen als Brown Swiss of Montbéliarde....  Sta je achter de koeien, dan besef je ondermeer wat een breed kruis in werkelijkheid voorstelt. Wat verder opvalt, zijn de uniform correcte uiers en het apart rustige en nieuwsgierige karakter...."

De familie Bruin is altijd blijven fokken met het FH-ras in het Noord Hollandse Schagerbrug. Redenen om niet op Holstein over te gaan waren de vrees voor zware geboorten van de kalveren en het kwijtraken van het hoge eiwitgehalte, juist verhoogd met stieren als Tonia's Adema 17 & 26.   De moeder van de 2 stieren in de titel is Foekje 82. Zij heeft in haar hele leven bijna 100.000 kg melk gegeven met 4,73% vet en 3.77% eiwit. Dankzij advies van Klaas Stapel, voormalig hoofdinspecteur van het NRS, werd Jacob 8 aangekocht door de Friese Fokkerscombinatie. 

De mooiste koe van het moment is  Foekje 172, dochter van Piet Adema 158, met 87 punten toegekend door Job Vlastuin van het FHRS. Het NRS/CR Delta keurde slechts op Zwartbont-Holsteinbasis, waarmee zelfs de betere koeien matige waarderingen kregen. De gemiddelde leeftijd blijft op 4 jaar en 7 maanden steken, omdat te graag veel vrouwelijk vee aangehouden wordt om zo de dochters van de nieuwste stieren te mogen meemaken. Zo verwacht men nu dochters van Jacob 20, alias Rembrand,  gestald bij KI Dovea in Ierland. Het stalgemiddelde is 7300 kg melk per koe per jaar met 4.42% vet en 3.65% eiwit.  

   Begin  

Koevisie nov.2004:  Jaaroverzicht Proefstieren 2003-2004

Voor de FH worden maar 2 proefstieren gemeld, beide ingezet door KI Kampen, net als de enige Blaarkop proefstier. De 9 MRIJ stieren zijn alle door KI Holland Genetics (CR Delta) ingezet. Inzet als proefstier betekent dat zo'n stier beschikbaar is voor alle boeren van zijn KI-organisatie en dan ook op tientallen bedrijven wordt ingezet. Dat laatste wordt voor de 'kleine' rassen moeilijk. Gelukkig zijn er meer  jonge stieren beschikbaar dan er officieel  proefstier worden.

   Begin  

Veeteelt 2004 Oktober-I:  Resultaten melkcontrole 2003-2004

De FH-koeien halen 100 kg melk per jaar in op de zwartbonte Holsteins. De eersten produceerden 6708 kg per jaar tegen 6573 kg in het vorige verslagjaar. De zwartbonte Holsteins zaten afgelopen jaar op 9268 kg tegen 9222 kg in het jaar ervoor. Het is dus nog een lange weg te gaan, wat extra lastig wordt als de daling in aantal dieren ook doorzet. De FH's waren dit jaar met 1614 koeien tegen 1774 producentes in het jaar ervoor. Het Nederlands gemiddelde van alle melkkoeien is 7807 kg melk, waar ook de andere rassen bij in zitten. Qua Economisch Jaar Resultaat stonden de Fries Hollanders ongeveer gelijk met de zuivere Jerseys, Montbéliardes, Brown Swiss-en, Blaarkoppen en MRIJ's.  

   Begin  

Veeteelt Oktober-I:  Koeiebloempjes

Bertus Kerkmeijer, voorzitter MRIJ-vereniging, in het Agrarisch Dagblad: "Het is moeilijk om terug te grijpen op de oude traditionele rassen. Het zou uitgelegd kunnen worden als toegeven dat je fout zat en dan kiezen ze liever voor een ander ras". 

Dirk Endendijk, voorzitter FH-vereniging, in het Agrarisch Dagblad: "Het is voor ons zaak om het FH-ras weer in beeld te krijgen. Maar we hebben daar nog geen goede ideeën voor." 

   Begin  

Veeteelt 2004 September I  De serie over de geschiedenis van de KI verenigingen in Nederland behandelt dit nummer Almelo en Twente

In 1942 kon worden gestart met KI na afscheid van de natuurlijk dekkende fokverenigingstieren, welke veel besmettelijke kwalen doorgaven. In Groeneveld werd begonnen met jonge onbesmette stieren, waaronder preferente stieren bleken te schuilen. De dochters  Anna's Adema (zoon van  Adema Wytsturt, gekocht uit de stal Hans Hettinga te Arum) beheersten de keuringen tot een kampioenstitel op de nationele van 1954 aan toe. In 1957 werd  Adema 441 (uit stal Knol te Hartwerd, zoon van  Hiltje's Adema A, op zijn oude dag ook gehuisvest op KI Almelo)  gepresenteerd. Van deze later preferent verklaarde stier kon men lang profiteren, want hij werd 12 jaar. Intussen kreeg hij volop gezelschap van familie: De Friese kampioen  Adema 703Nette 93 (zoon van  Adema 561 uit een dochter van  Hiltje's Adema A). Uiteindelijk zegevierden hier ook de  Keimpe- zoons.  Hans 73 uit stal Schenk in Wieringerwaard was met zijn 14 jaar de nestor onder hen in 1978. Hun sperma werd veelvuldig uitgewisseld met andere KI's in Overijssel en Drente. (Vanwege de tijd vergeet uw webmaster de MRIJ-toppers uit deze streek.) 

   Begin  

Veeteelt 2004 September I:  "Stabiel KI-jaar 2004"

 "Stabiel blijven het Fries-Hollands ras en de blaarkoppen. Hun inzet zit op een gelijkwaardig niveau van 0,2 % van alle eerste inseminaties." (Bij 1.390.709 levert dat ca. 2800 kunstmatige dekkingen).

   Begin  

Veeteelt 2004 September I  De serie over de geschiedenis van de KI verenigingen in Nederland behandelt dit nummer Vita Nova in Hazerswoude, nabij Leiden. 

De oprichting gebeurde in 1949 door honderd boeren. Bij een lage deelname aan melkcontrole en stamboek moesten de stieren het vooral van de keuringen hebben. Daar was  Peanster Eduard (kleinzoon van de Friese kampioen Súdhoekster Piet Eduard uit stal Jan Sipkes de Boer bij Grouw) zeer gerespecteerd. Qua nafok deed  Kielewierster Stilma, een Anna's Ademazoon uit stal Ids en Pier de Boer van Tirns het beter. De fusie tot KI West-Nederland in 1966 kende een mooie start met de aankoop van  Blitseard Sendy (zoon van Keimpe uit een halfzus van Setske's Keimpe) uit stal Djo Brandsma-De Jong in Lekkum. Na de fusie tot KI ZuidWest Nederland in 1968 werd  Kolherner Keimpe 29 (vader Blitseard Keimpe) uit stal Henk Grin te Biddinghuizen de ster. De meest gebruikte stier (tevens van heel Nederland) voor de komst van de Holsteins werd  Pan 92 (zoon van Pan 50, beide gefokt door Gerrit Stapel in Lambertschaag, NH). (Hoewel de Blaarkoppen van deze stierenstal minstens zo vermaard waren, houdt uw webmaster het bij de FH's in deze samenvatting.)

   Begin  

Veeteelt trilogie Bertus 11 compleet (maart - april 2004)

Foto: Bertus 11 uit "Preferente stieren in Friesland 1910-1959"

Cees Dekker, onbegrepen kenner van de koe.  Het begin van een driedelige serie over een fokker die weinig erkenning vond voor zijn ideeën. Zoals men tegenwoordig  'merkers'  in het DNA probeert te vinden die samen moeten gaan met allerlei eigenschappen van het vee, zo kende hij al de 'bloedgroepen', in de jaren 60 gebruikt om verwantschap van dieren aan te tonen. Op de boerderij  Esterenburg  werd een veestapel opgebouwd uit een groep koeien afkomstig van bekende Friese Fokkers en stieren,  afstammend van  Bertus 11, gefokt volgens een niet modieus beleid. Dit vee was bijna vrij van de elders veel gebruikte  Adema 197, een stier die mooie koeien met maar weinig melk fokte. Bijgevolg had het bedrijf ook geheel andere bloedgroepen. Andersom kon met behulp van de bloedgroepen de invloed van Adema 197 nog verder uitgebannen worden. De mooie cijfers van de melkcontrole raakten verdacht toen bij hercontrole de volgende dag de produktie per dier 2 kg lager was. Doch de fokkers (met broers) verlieten zelf de melkcontrole definitief, omdat zij hier een komplot tegen hun eigenzinnige fokkerij zagen. 

Het tweede artikel bespreekt de test van een deel van deze veestapel op het proefbedrijf "De Waiboerhoeve" (toen nog in Millingen aan de Rijn). Helaas bleken de Bertus 11 nazaten niet beter te presteren dan de controlegroepen. Omdat de Dekkers de zeldzame genen niet gratis uit handen wilden geven, werden geen dieren ingezet bij andere veestapels, zodat ook geen ander bewijs van gunstige eigenschappen gevonden kon worden. Deze enige test trok dan ook volop de aandacht van de verschillende vakbladen.  

Het slotartikel verhaalt waar de Bertus 11 genen naar toe gaan. "De desastreus verlopen vergelijkingsproef makte zelfs Cees Dekker duidelijk dat er gezocht moest worden naar nieuwe mogelijkheden. Aanhangers richtten de Bertusclub op, maar slechts enkele trouwe aanhangers bleven geloven in de kracht van Dekkers koeien...." Met de achterdocht van de gebroeders Dekker werd het lastig de dieren elders onder te brengen toen zij zelf te oud werden voor de verzorging. In de jaren zeventig kwamen stieren beschikbaar voor KI of voor natuurlijke dekking. Vrouwelijke dieren kwamen ondermeer terecht bij Cees Wagemaker uit Dronten, Gerben Engwerda uit Tytsjerk en Frits Lozemans uit Achterveld, waar de nazaten nog met zorg in stand gehouden worden. Cees Dekker overleed 1992,  85 jaar oud. Doch het jaar ervoor maakte hij mee dat een kleindochter uit een van zijn koeien gehuldigd werd voor het produceren van 100.000 kg melk op het bedrijf van Frits Lozeman. "De fokkerijmethode van hun bewonderde leermeester doet herinneren aan hun huidige fundamentfokkerij, zo constateerde onlangs FH-deskundige Cees Cazemier.  'Cees Dekker was eredoctor geworden, wanneer hij zich maatschappelijk toegankelijker had getoond' denkt Henk van der Zwaag."

De artikelen bevatten verder nog vele bijzonderheden, waarvoor uw webmaster de lezer graag verwijst naar de originelen, waarschijnlijk ook al te vinden via het Veeteelt archief op internet.       

   Begin  

Koevisie, april 2004: 

"Henk van Garderen herkent het Fries-Hollandse bloed in de Holsteinkoe"

Dit moet haast letterlijk genomen worden, want deze fokker kent van al zijn dieren de bloedgroepen, zoals die vroeger gebruikt werden om afstamming van dieren te controleren. De zelfde bloedgroepen komen bij beide rassen voor. Hun verband met  productie en andere eigenschappen is volgens Henk van Garderen ook overeenkomstig. De wetenschap ziet deze bloedgroepen echter nog niet als 'merkers' hiervan, zoals zij die wel in het DNA hopen te vinden. Zijn stal diende als testbedrijf voor de  Stichting Bloedgroepen Onderzoek  in de jaren zeventig, maar hij zelf maakte ook studie van de bloedgroepen bij de bekende fokstallen van toen. Elke fokstal bleek zo een eigen bloedgroep in haar vee te hebben vastgelegd.

De bloedgroep '202' van de Holstein stier Tops kwam ook voor bij de runderen uit de Knol-fokkerij en via  Adema 279  bij  Blitsaerd Keimpe. Het vee van Van Garderen  stamde na 3 à 4 generaties Holstein weer af van FH stieren, zoals Frans Constantijn 20, Frans Adema 158 van de Groenhoven  en  Sneeker Diamand  (met d dus). Twee jaar geleden is gestopt met melken. Een laatste pink nog op stal stamt af van zelf gefokte stieren uit dergelijke combinaties en met  Frans  in de naam. 

   Begin  

Koevisie, april 2004: De Nelsonhoeve van Fa. De Wit, Warmenhuizen

De uniforme donkere kleur van dieren en de aanbindstal herinneren aan de hoogtijdagen van de FH-fokkerij. Boven de koeien hangen de bordjes met gegevens over afstamming en productie. Deels stammen de koeien af van het eigen FH-vee, deels van aangekochte HF-koeien en -embryo's. Het artikel beschrijft verschillende successen, zowel met tentoonstellingen als met stiermoeders voor KI.  

De koe Over 14  van de eigen stier  Nelson 3  leverde  Over 28 die vaak poseerde met de  Pan 145-dochtergroep en via ET 14 nakomelingen gaf in combinatie met de Holstein-stier  Enhancer.  De laatste bracht de roodbont-factor, zodat nu roodbonte nazaten bij de KI's staan. Andere gebruikte Fries Hollandse stieren waren onder andere Oostwaarder 23  en  Pan 230.  

   Begin  

Veeteelt  2004 maart-2 brengt vier FH berichten:

  • Koningin Juliana was ooit beschermvrouw van het NRS, dat zij als meer beschouwde dan een formaliteit. Ze bracht onder meer bezoeken aan de Woudhoeve in Oosterblokker van de gebroeders Ruyter, de Vijverzathe in Jelsum (Fr.) van Jan en Rigtje Wassenaar en tentoonstellingen van vee, soms met collega staatshoofden. Ze was bijvoorbeeld zeer vertederd over de grijze wimpers van 100.000 kg koe String Jantje 7, moeder van de toen pas preferente String Keimpe Optimist, beide van het bedrijf van Wybren Stelwagen uit Franeker afkomstig. 

  • Aris Appel (65) stopt als bestuurder van  KI Kampen (te Dalfsen), mede door hem opgericht 24 jaar geleden (om o.a. de FH meer kansen te geven, webmaster). In augustus zal hij ook voor het laatst voorzitter zijn van de  fokdag in Opmeer (NH). Hij was ook bekend van zijn FH-koeien, de Doetzen.  

  •  Een 'koebloempje' van Kees Cazemier uit de Nederlandse Koekrant:  "Het is oude ervaring in de fokkerij dat de nadruk op een bepaalde richting na verloop van tijd vraagt om correctie. Andermaal roept dit de behoefte op aan meer ruikmte voor de individuele fokker om zijn persoonlijke visie vorm te geven. Naar onze mening - doch dat spreekt vanzelf - zou deze ontwikkeling aanleiding moeten geven tot meer belangstelling voor het FH-ras." 

  • Begin trilogie Cees Dekker & Bertus 11  

   Begin  

Veeteelt  2004 februari-1 (na enkele fh-loze nummers weer 3 maal aandacht): 

  • De los bijgevoegde poster laat 15 runderrassen in Nederland  zien, getekend en beschreven door Marleen Felius met als  eerste de Fries Hollandse koe.

  • In de terugblik naar 1985 enkele regels voor de FH: "Pan 145 domineert. In het jaarverslag van 'Purmer en omstreken'domineren' de Panstieren uit de stal van Gerrit en Jan Stapel in Lambertschaag. Van de 409 vermelde dieren met een erelijst, heeft niet minder dan 58 procent een Panstier als vader. In 31 procent van de gevallen gaat het om Pan 145".  

  •  Twee pagina's over het bedrijf van Sybe en Klaas Osinga. "Unieke combinatie van zuivere Fries-Hollandse veestapel en automatisch melksysteem... 'Zo'n ribwelving kom je echt niet tegen bij Holsteinkoeien' De koeien tonen inderdaad een ernorme bolling in de middenhand door royuaal rond gebogen ribben. 'Daarom kunnen Hollandse koeien zoveel ruwvoer opnemen. Wij melken echte ruwvoerverwerkers.'  Klaas en zijn vrouw Fokje (36) Osinga melken in het Friese Oudega (gemeente Wymbritseradeel) 90 koeien. Hollandse koeien, zoals ze ze zelfs steevast noemen...  'Een FH-uier is nog beter geschikt voor een robot dan een Holsteinuier ,...de balans tussen links en rechts is beter...'  Bij een gemiddelde leeftijd van vier jaar en vijf maanden ligt de gemiddelde productie in 333 dagen op 7527 kilo melk met 4,55 %m vet en 3,59 % eiwit... Achter het bedrijf ligt 54 hectare gras en de afgelopen jaren kon de familie Osinga in ruilverkavelingsgebied nog zes hectare maïsland pachten... 'We proberen ruime, lange koeien te fokken van 1.40 meter die van veel ruwvoer melk kunnen maken'..." Gebruikte stieren zijn Alex 575, Capan 63 en Jacob 8 van de Friese Fokkerscombinatie en voor de bloedverversing Urne's André en eerder Beekmeer Bas. Van Jacob 8 ('hoogste productiestier binnen het Hollandse ras')  is een halfbroer met als vader Rivelino 279 aangekocht. Sybe is kritisch over de zogenaamde Fundamentfokkerij van de FH-vereniging, hoewel hij zelf in de foktechnische commissie ervan zit. "'De negatieve gevolgen van lijnenteelt zijn onvoorspelbaar en bovendien wordt er te weinig geregistreerd. Zijn alle nakomelingen van de stiermoerders gezond en goed? Hoe werden ze geboren? De registratie gebeurt teveel in eigen beheer...'"   De Osinga's leggen ook uit de de vleeskwaliteit beter is dan van de Holstein die daarom veel meer melk moesten geven voor het zelfde rendement. Bovendien is het vlees zelfs fijner en malser dan van vleesrassen. Door de betere energiebalans (productie min voer) zijn de FH's gezonder. 'Vorig jaar lagen de veeartskosten beneden de halve eurocent per kg melk.'   

   Begin  

Google januari 2004: Zoekactie naar CR-Delta en NMa  

De redactie van de Nederlandse Koekrant schrijft niet alleen over het FH-ras, maar ook over het werk van het FHRS, Het Fries Hollands Rundvee Stamboek, het kleine broertje van CR-Delta. CR-Delta doet naast registratie van vee ook KI, met van beide het overgrote deel van de Nederlandse markt in handen. De grote broer wordt door de Nederlandse Koekrant kritisch gevolgd of zij haar macht niet misbruikt. De NMa heeft recent een klacht gegrond verklaard. Via de bovenstaande Google-zoekactie zijn berichten uit verschillende bronnen hierover te vinden. Overigens registreren beide stamboeken FH-vee. 

   Begin  

 Einde van deze FH pagina